Enkele opvallende cijfers over scheiding in Vlaanderen
Hoeveel jongeren maken een scheiding van hun ouders mee?
Een scheiding brengt meerdere veranderingen in de gezinssituatie van kinderen met zich mee. Dit vraagt veel flexibiliteit van kinderen.

- Ongeveer 15% van de kinderen heeft na de scheiding minstens drie transities doorlopen bij één van de ouders, waarvan minstens 1 bijkomende relatie-ontbinding.
- Ongeveer 50% van de kinderen heeft minstens 2 transities doorlopen bij één van de ouders (bv. van éénoudergezin naar stiefgezin). Mortelmans, 2011.
Waar verblijven kinderen na de scheiding van hun ouders?

Sinds de veranderende wetgeving is er een duidelijke stijging van het verblijfsco-ouderschap. 27% van de bevraagde kinderen verblijft in ongeveer gelijke mate (33%-66%) bij beide biologische ouders. De vader krijgt dus een grotere rol dan voorheen. (Mortelmans et al., 2016, tabel 6.1 op pagina 137).
Impact op de kinderen? Kinderen hebben veerkracht.
- 20-25% van de kinderen krijgt op lange termijn te maken met ernstige problemen na de scheiding. Het gaat zowel om sociale en schoolse problemen als om gedrags- en emotionele problemen.
- 75-80% van de kinderen ondervindt op lange termijn geen negatieve gevolgen van de scheiding. Na een periode van 2 à 3 jaar komen ze tot herstel.
Bronnen: